♫ snaarinstrumenten

Eigenlijk zegt de naam het al: dit zijn instrumenten met snaren. Sommigen hebben er maar drie en anderen tientallen. Als je een snaar laat trillen maakt hij geluid. Lange, dikke snaren klinken laag en korte dunne klinken hoog. Hoe strakker je een snaar spant des te hoger gaat hij klinken. Tussen snaarinstrumenten onderling zitten hele grote verschillen. Het is belangrijk om die te kennen als je wilt weten welke het beste bij je past. We delen snaarinstrumenten in naar de manier waarop je de snaar laat trillen.

De tokkelinstrumenten

Hierop laat je de snaren trillen door er aan te plukken (tokkelen).

De gitaar

Dit is een bekend instrument. Je hebt er vast wel eens een van dichtbij gezien. Door met je linkervingers de snaren in te drukken en met de vingers van je rechterhand te tokkelen kun je allemaal verschillende tonen krijgen. Je kunt de tonen één voor één laten klinken: melodie en je kunt ook meerdere snaren tegelijk laten trillen: akkoorden.



Akkoorden speel je als je jezelf of iemand anders begeleidt bij een liedje. Je kunt op verschillende manieren gitaarles krijgen De klassieke gitaar heeft een holle houten klankkast met een rond gat erin, het klankgat. De klankkast versterkt het geluid. Ondanks zijn naam worden er ook allerlei andere soorten muziek dan klassiek op dit instrument gespeeld, ook veel popmuziek. Op de gitaar kun je zowel goed alleen spelen als met mensen samen. De elektrische gitaar wordt beschreven bij "electronisch".


De ukulele
Dit is een klein gitaartje met vier snaren, afkomstig uit Hawaï. Omdat hij kleiner is en minder snaren heeft, is hij erg eenvoudig te bespelen. Daarnaast zijn ukuleles ontzettend goedkoop en makkelijk mee te nemen! Net als bij de gitaar kun je zowel melodie als akkoorden spelen. Meestal wordt hij echter gebruikt om akkoorden te spelen. Voor veel akkoorden heb je maar twee vingers nodig, zodat jong en oud binnen één les een liedje kan leren begeleiden. Ook ukulele kun je even goed alleen als met een groep spelen. Meer over de ukulele vind je op: www.ukelele.nl. Je kunt hier onder andere meespeel-filmpjes vinden, waarbij je de grepen in beeld kunt zien op het moment dat je ze moet spelen. Eigenlijk kun je zo gratis via internet ukulele leren spelen.





De mandoline

Deze is ook een stuk kleiner dan de gitaar, maar er zitten meer snaren op: 8 snaren, die twee aan twee liggen. De vingers van de linkerhand drukken net als bij de gitaar op de snaren en in de rechterhand houd je een plectrum vast (driehoekig stukje plastic) waarmee je de snaren tokkelt. Vaak wordt op de mandoline tremolo gespeeld, door het plectrum snel over de dubbele snaren heen en weer te bewegen. Daardoor lijkt het net of je lange "stotterende" tonen speelt.

Twee mandolinisten uit Zwolle:






De banjo
Deze heeft geen klankgat, maar een klankvel:



Een wereldberoemd duet tussen een banjo en een gitaar uit de film Deliverance:



Een ander beroemd snarenduel uit de fil "Crossroads":





De harp
heeft een lange rij snaren en daar kun je de meest wonderlijke klanken uithalen. Net als bij de gitaar kun je zowel melodieën als akkoorden spelen. De klankkast ziet er heel anders uit dan bij een gitaar. Je moet hem zittend bespelen. De harpist houdt zijn handen aan weerszijden van het instrument en tokkelt dan. Op de harp wordt veel klassieke muziek en volksmuziek uit allerlei landen gespeeld, maar in andere muziek duikt hij ook weleens op. Je kunt in je eentje heel goed muziek maken op een harp, maar met meerdere harpen of met andere instrumenten samen klinkt het ook heel mooi. Ook harpen zijn er in verschillende groottes.




De strijkinstrumenten


Dit zijn snaarinstrumenten waarbij de klank wordt gemaakt door over de snaren te strijken met een stok waarop haren uit een paardenstaart gespannen zijn: de strijkstok.

De viool
Dit is het kleinste strijkinstrument. Je kùnt er wel op tokkelen: als je dat doet lijkt de klank op die van een mandoline. Maar meestal wordt hij bespeeld met een strijkstok. Je klemt hem tussen je kin en je linkerschouder (hiervoor kun je een speciale steun vastmaken aan de viool). Met je linkervingers druk je de snaren in en in je rechterhand heb je de strijkstok. Als je armen nog niet lang genoeg zijn speciale kleinere violen. De viool wordt veel in de klassieke muziek gebruikt, maar ook in verschillende soorten volksmuziek. In een orkest zijn er altijd een heleboel van nodig: hoe meer hoe mooier. Ook wordt er in kleinere groepen viool gespeeld, in de countrymuziek bijvoorbeeld. Het is dus een echt samenspelinstrument.








De cello

Eigenlijk is dit een basviool: hij is zo groot dat hij niet meer onder je kin past. Je hebt hem op de grond staan. Je bespeelt hem dus zittend. Ook dit is een samenspel instrument. Tot voor kort werd er alleen klassieke muziek op gespeeld, maar tegenwoordig bestaat er ook hele ruige hardrock voor.





De (contra)bas
Dit is het grootste en laagst klinkende strijkinstrument. Ook deze staat op de grond en je moet er zelf ook bij gaan staan om overal bij te kunnen. Naast klassieke muziek wordt de contrabas (soms ook wel eenvoudig "bas" genoemd) gebruikt in de jazz en in de rock en roll, maar dan wordt er meestal op getokkeld. Contrabas spelen wordt eigenlijk pas écht leuk in een groep.