♫ houtblazers

Deze heten zo omdat ze vroeger van hout werden gemaakt of omdat ze 'afstammen' van een instrument dat van hout gemaakt werd. Sommigen worden nog steeds van hout gemaakt


De blokfluit

Dit is één van de bekendste houten blaasinstrumenten.
De allerbekendste is de sopraan blokfluit. Daar heb je vast weleens iemand op zien spelen en misschien heb je er zelf ook al eens op geblazen. De sopraan is het kleinst en klinkt daarom het hoogst. Iets groter is de altblokfluit, nog wat groter is de tenorblokfluit en het grootst is de basblokfluit, die het laagst klinkt. Vaak spelen deze samen in een kleine groepen. Deze blokfluitorkesten spelen niet alleen klassiek, maar ook allerlei eigentijdse muziek.
De blokfluit komt aan zijn naam, omdat er in de kop een houten blokje zit.





De dwarsfluit

Ook dit is een heel bekend blaasinstrument. Vroeger werd hij van hout gemaakt, maar tegenwoordig van metaal. Toch delen we hem nog steeds bij de houtblazers in.
De naam zegt het al: deze fluit hou je dwars vast. Er zitten kleppen op omdat de gaten te ver uit elkaar liggen om met je vingers bij te kunnen. Je moet niet ìn het mondstuk blazen, maar er half overheen. Sommigen vinden dat moeilijk om te leren en voor anderen is het een fluitje van een cent.
Er bestaan ook grotere dwarsfluiten en nog een kleinere: de piccolo en er bestaan fluitorkesten waar allerlei soorten en maten dwarsfluiten inzitten, maar je begint met leren altijd op de gewone dwarsfluit. 





De meeste houtblazers zijn er in verschillende maten. De kleinste heet piccolo:



en dit is de grootste, de subcontrabas:


ANDERE FLUITEN:

De panfluit(en): 













Bamboefluiten

Atentenben



Tin Whistle, of Penny Whistle, of Flageolet





De klarinet

Dit is behalve een houten blaasinstrument ook nog een rietblaasinstrument. Aan het mondstuk moet je namelijk een rietje vastmaken. De toon klinkt als je het mondstuk in je mond doet en er op blaast. Dit is best een nauwkeurig karwei, want als je te zacht blaast klinkt er niets en als je te hard blaast gaat hij heel hard piepen. Hij heeft zowel kleppen als gaten. Ook met een klarinet kun je makkelijk in een orkest terecht. In Zwolle is er zelfs een klarinet-orkest M'pingo met verschillende soorten klarinetten erin.





De saxofoon
De "sax" is een erg populair blaasinstrument. Je kunt er allerlei soorten muziek mee spelen, maar we kennen de saxofoon voornamelijk van de eigentijdse muziek. Het mondstuk is praktisch hetzelfde als dat van de klarinet, maar veel mensen vinden de saxofoon makkelijker, omdat je niet zo snel "mis blaast". Vanwege dit mondstuk noemen we de sax dus ook een houtblaasinstrument (en dus ook een rietblaasinstrument) ondanks dat hij voor de rest van metaal is. Door zijn grootte liggen de gaten ver uit elkaar en zitten er alleen maar kleppen op, om er goed met je vingers bij te kunnen. Veel bespeeld worden de sopraan (de kleinste en meestal zonder "bocht"), de alt en de tenorsaxofoon, maar er zijn nòg grotere. Meestal begin je op de alt-sax. Ook dit is een echt groeps-instrument. De saxofoon kan van alle houtblazers het hardste klinken.





De hobo
Dit instrument heeft een dubbelriet: twee smalle rietjes op elkaar. Hier moet je de lucht doorheen blazen. Hij is van hout gemaakt en heeft kleppen en gaten. Hoewel je de hobo een enkele keer wel in de pop of jazz-muziek hoort, wordt hij voornamelijk bespeeld in klassieke muziekstukken. Dit kan in kleine of grote orkesten zijn. De hobo moet voor een concert altijd de toon aangeven voor de andere instrumenten. Dit komt omdat het geluid erg zuiver en doordringend is.



De fagot

Eigenlijk is dit een hele grote (bas)hobo. Het is een houten pijp zo dik als je arm en zo lang dat het mondstuk niet aan de bovenkant zit, maar aan een pijpje ergens in het midden. De fagot heeft een dubbelriet en kleppen. Het geluid heeft een hele zuivere holle lage klank. In muziekstukken wordt hij soms gebruikt om een beer of een grootvader (in: Peter en de Wolf) uit te beelden. Net als de hobo speelt de fagot in kleine of grote orkesten, meestal klassiek.



De Doedelzak